woensdag 10 augustus 2022

Albert

 

Hij heette Albert en was absoluut de slimste van onze klas. Ik heb hem altijd onthouden omdat zijn roepnaam mijn doopnaam is. In ’81 had mijn schoolmeester zijn eigen leerlingvolgsysteem. Tot de kerst zag hij de klas aan en mochten wij zitten waar wij wilden. Na de kerst kwam hij met zíjn klasseindeling. De leerlingen die hij inschatte voor het VWO verzamelde hij dicht om zich heen. De beoogde Havisten kwamen in een kring daar omheen. Vervolgens de Mavisten. En helemaal achteraan de LTS-ers en de meisjes van de Huishoudschool.
Een pedagogisch didactische ingreep die hem vandaag de dag op een bedreiging of zes, zeven zou komen te staan. Albert zat twee weken in het groepje dicht bij de meester. Toen verdween hij naar achter in de klas. “Ons soort mensen gaat niet naar een Lyceum,” schijnen zijn ouders te hebben gezegd. Zo kan het ook nog. Het waren socialisten. Linkser dan Lenin. Mét rotsvaste principes: arbeiders werken met de handen, niet met hun hersens.

Wij vertrokken op onze nieuwe fietsen naar het Ubbo Emmius Lyceum, Albert naar Musselkanaal. Doodongelukkig, maar niet in staat de wil van zijn ouders te trotseren. En zoals het zo vaak gaat, groep 8 valt in enkele maanden uit elkaar. Zelfs leerlingen die bij elkaar in de klas terechtkomen, gaan uiteindelijk hun eigen weg. De LTS? Lomp volk, dat te veel dronk en dan vocht. Van Albert vernamen wij niks meer.
Het was zeker tien jaar later dat ik hem op een station tegenkwam. Het ging niet goed met hem. Zenuwachtig, klein, tenger. Zijn ogen schoten constant heen en weer. Tot een gesprek kwam het niet echt. En weg was hij weer. Ik bleef achter met een unheimisch gevoel.
Hoe het nu met hem gaat? Ik heb werkelijk geen idee. Ik hoop van ganser harte dat hij zijn draai heeft weten te vinden.
Tegenwoordig zie je vooral het omgekeerde. Kinderen die het (eigenlijk) niet aankunnen gaan naar het VWO. Probeer je het eens voor te stellen, de hele dag dingen doen die je niet kan. De hele dag koorddansen, nooit de overkant halen en 100 keer vallen zonder vangnet.
Ja, ouders, het is vakantie, maar daarom niet te laat..

woensdag 6 juli 2022

Het rechte pad


Hardenberg is in 2018 uitgeroepen tot ‘De meest toegankelijke gemeente van Nederland’. Maar wie hebben in vredesnaam het winkelcentrum beoordeeld? Vincent Bijlo en Stevie Wonder? Wat een ramp!

Twee jaar geleden kreeg ik last van mijn benen. Ook tegen mij werd gezegd: sta op en loop. En zie het wonder geschiedde. Alleen zat ertussen sta op en loop wel zo’n kleine twee jaar. Ik ben blij dat ik nu langzaam vooruitga. En wat doe je dan? Je zoekt de gezelligheid van je eigen centrum op. Toen pas merkte ik hoe onlogisch het plaveisel in de stad is aangelegd. 

Het verval van de Voorstraat naar het Oosteinde, daar is mee te leven. Nee, dat de weg ook nog eens helt van de winkels naar het midden van de straat, dat levert een onmogelijke situatie op. Op een stabiel vlak heb ik al de bewegingsvrijheid van een tweejarige met een volle luier, laat staan op een hellend vlak. Al klunend beweeg ik mij van winkel tot winkel. Ik verbaas mij erover dat niet meer jonge moeders achter hun maxi cosi’s aanhollen als ze door de buitenrekken van de kledingwinkels struinen en daarbij even de aandacht voor hun kinderwagens laten verslappen. Om mij heen schieten elektrische fietsen als afweergeschut door de straat. Ook daar wordt het niet makkelijker van.

Dan maar de periferie opzoeken. Op naar de grote supermarkten. Daar kom ik graag

. Winkelkarretjes fungeren voor mij als rollator zonder dat ze als zodanig worden herkend. Ik maak vaak extra rondjes door de winkel zonder dat ik nog iets nodig heb. Het loopt gewoon zo lekker. Maar... als ik dan eenmaal de Lidl verlaat, moet ik weer vechten tegen de stadse G-krachten. Het winkelkarretje doet wat hij zelf wil. Duwen gaat niet, dan maar trekken. Dan haalt plotseling de kar mij met een grote zwaai in. Achterwaarts pak ik de duwstang over. Het lijkt wel een circusact. Ik hoor een aarzelend applaus. Straattheater kent vele vormen. Ik schaam me nergens meer voor.

Hardenberg de toegankelijkste gemeente? Laat me niet lachen! CDA & ChristenUnie, jullie zijn toch zo van het rechte pad? Laat maar eens zien dan…

woensdag 1 juni 2022

Moeten

“Je moet dat formulier nog wel even invullen.” Ik weet niet eens meer wie het zei. Ik was de afgelopen week in het ziekenhuis voor een antibioticakuur. In Zwolle. Voor de benen? Inderdaad, nog steeds voor de benen. ‘Dat formulier’ was een ‘Leer me kennen-formulier’ waarop je informatie over jezelf kwijt kon. Handig voor het personeel en medepatiënten om een praatje aan te knopen. Ik kan u vast verklappen: ik heb het formulier niet ingevuld.

Dat ‘moeten’, dat suggereert dat je eigenlijk geen keus hebt, dat staat me tegen en maakt dat ik de kont tegen de krib gooi. Je hebt namelijk altijd een keuze. Ik weet ook wel waar het vandaan komt. Het komt van mijn vader. Die kon zo lekker directief zijn. “Haal me dit, breng me dat!” Toen we nog geen afstandsbediening hadden: “Harder, zachter, zet hem op Nederland 1, Nederland 2!” Alsjeblieft en dankjewel mocht ik er zelf bij verzinnen. Nee, moeten, daar heb ik een broertje dood aan. Wat stond er dan op dat formulier? Wat is uw werk, zijn uw hobby’s, uw huisdieren en wat moeten we zeker van u weten? Ik onderdruk de neiging om bij werk in te vullen: huurmoordenaar en bij ‘Hoe wilt u aangesproken worden: Uwe koninklijke hoogheid. Dat wordt al te flauw. Maar voor de rest: ik ben toch niet geestelijk gestoord! Wie mij wil leren kennen, moet met mij praten, tijd of geen tijd, anders hoeft het voor mij niet. Even goede vrienden, trouwens.
Ik stel mijn mening in de loop van de week bij. Mijn buurman heeft een hersenbloeding gehad en praat moeilijk. Voor hem is het formulier een uitkomst.
Waar het ‘Leer me kennen-formulier’ ook een uitkomst was geweest, is bij de CDA-fractie van Hardenberg. Wel een paar vragen aanpassen en toevoegen natuurlijk. Wat is voor u belangrijker, úw belang of dat van de fractie? Bent u bereid een medelid op te offeren indien u dit in het belang acht voor uw of het belang van de partij? Hoe staat u tegenover het lekken van vertrouwelijke informatie? Onvergeeflijk! Soms een noodzakelijk kwaad. Iedereen lekt wel eens. Had een hoop ellende kunnen voorkomen.
Soms moet je wel eens wat..

Bert Nonkes

dinsdag 26 april 2022

Barbecue

Vindt u ook niet dat die laatste periode voor de zomervakantie zo allemachtig snel gaat? Zeker als je schoolgaande kinderen hebt. Vakanties, lange weekenden, sportdagen en voordatje het weet sta je de caravan in te pakken.

Ik heb jaren in het onderwijs gewerkt, Erna nog steeds, en daar valt dit fenomeen extra op. Wij woonden destijds in Brucht en werkten in Beerzerveld en Vroomshoop. Erna op een gezellig dorpsschooltje en ik in het speciaal onderwijs. Als overgangsverrassing had Erna een logeerpartij voor haar klas bij ons op het boerderijtje georganiseerd. Toen aan het eind van het feest de leerlingen loom aan de oever van de Vecht, bij het licht van de ondergaande zon, nog wat kletsten, en een aantal een allerlaatste potje voetbalde, besloot ik: dit wil ik ook.

“Zou je dat nou wel doen?” mijn directeur keek bedenkelijk over zijn bril en krabde in zijn baard. Een barbecue werd het. Van zeven tot negen. En mijn duo-collega zou erbij zijn. En de directeur zelf zou ook een glaasje komen drinken. Vooruit dan maar. Die logeerpartij zou ik er volgend jaar wel doorheen drukken. Ik kan u alvast verklappen: die zou er niet komen..

Leerlingen uit het speciaal onderwijs gedijen het best, meer nog dan leerlingen uit het regulier onderwijs, bij rust, regelmaat en voorspelbaarheid. Alles waarin een barbecuefeestje op het platteland niet in voorziet. Om de feestvreugde te verhogen, had ik bij de kringloop zes hockeysticks op de kop getikt en uitnodigend op ons grasveldje neergelegd. Dom. Bloembedden, borders, kippenhokken, die ik als natuurlijke begrenzingen van het hockeyveld had herkend, werden door de leerlingen niet als zodanig gerespecteerd. Op een gegeven moment belandde de bal ín het kippenhok. Onder de ogen van ontzette zijdehoenders en doodsbange Barnevelders, ging de wedstrijd in het hok gewoon door.
De directeur kwam langs op zijn fiets, overzag het strijdtoneel en zei niets. Samen redden wij, wat er te redden viel.
’s Avonds rookte ik buiten nog een sigaret. In het kippenhok werd luidkeels de avond geëvalueerd.

Bert Nonkes

woensdag 23 maart 2022

Zittend

 

Ik mag weer. De afgelopen week elke dag zitten oefenen. Basgitaar op schoot, muziek uitgeprint, kopje koffie erbij. Aan mij zal het, potverdikke, niet liggen. Rare periode achter de rug. Dé rug, ja. Die staat samen met mijn benen de laatste anderhalf jaar pontificaal op de voorgrond. Stáát, ja. Hoewel er van staan vrij weinig komt. Ben terug bij de reguliere zorg, in Zwolle deze keer. De derde scan leert dat de hernia weg is. De pijn echter niet. Ik word bestookt met elektrische schokken en echo’s. Men denkt aan ontstekingen, maar is niet zeker. Over een maandje nog maar eens zien. Welja, die weken maken ook niks meer uit.

Ik mag weer. Nieuwe snaren besteld, zo blij als een kind. Van die zwarte, met tape erom, die glijden zo lekker. Ze zijn wat duurder, maar dat mag in dit geval. Klaarmaken voor de repetitie duurt allemaal wat langer. Oudste zoon pakt de auto in, die speelt ook mee. Kussentje onder de arm voor het vleesloze zitvlak en dan gaan we.

De repetitieruimte is op de eerste verdieping. Natuurlijk. Ik laat iedereen voorgaan op de trap. Geen gedram in mijn rug. In het vertrek is het een kakofonie van stemmende muzikanten. Ik krijg een stoel met een kussen. Dáár bovenop gaat mijn kussen. Ik zit. Bas uit de tas en ik aai even genietend over de nieuwe snaren. De drummer tikt af en daar geschiedt het wonder: de pijn verdwijnt. Om middernacht genieten oudste zoon en ik van een welverdiende Mac. “Ging mooi,” glunder ik. Oudste zoon knikt met volle mond. “Dondersmooi,” houd ik het moment nog even vast. 24 april mogen we in de Voorveghter, Projectgroep Kleinood. Er zijn nog kaarten. U kunt mij daar dan zien.

Zittend.

woensdag 16 februari 2022

Booster

Calgary 1988, weet u het nog? Koningin van de spelen was toen Yvonne van Gennip. Het volgen van de races was door het tijdsverschil – in Calgary is het acht uur vroeger - een hele toer. Zo kon het gebeuren dat ik om vier uur ’s nachts in het cafetaria van de enige discotheek van Stadskanaal gespannen stond te wachten op de ontknoping van de 5000 meter. Kon niet misgaan, dacht ik aanvankelijk, ik zag twee Yvonnes de baan opkomen. Maar dat lag aan het verloop van die zaterdagnacht tot aan dat tijdstip. Yvonne van Gennip, immer lachend, bescheiden en spontaan. Een echte heldin.

Daar waar er helden zijn, zijn er ook antihelden. Antonio Gómez Fernandez, was in Barcelona werkzaam als postbode en schaatste voor Spanje tussen 1977 en 1982 op diverse internationale schaatstoernooien. Zijn debuut op het WK-allround van 1977 in Heerenveen maakte meteen een verpletterende indruk. De 34-jarige Gómez, die zichzelf schaatsen had geleerd op een Spaanse kunstijsbaan, was veruit de langzaamste van het deelnemersveld, vooral omdat hij de ‘pootje over’-techniek nog niet onder de knie had. In het begin werd Gomez uitgelachen om zijn schaatstechniek. Later kreeg hij de status van cultheld.
Ik weet nog dat ik als kereltje van een jaar of acht met tranen in de ogen voor de zwartwit tv zat omdat ik het zo gemeen vond dat hij werd uitgelachen. Logisch dat ik later in het speciaal onderwijs ben terechtgekomen.
Massaal schreeuwden wij in het bomvolle cafetaria Yvonne over de finish naar de winnende 7.14,13. Bier en frikandellen vlogen tegen het plafond en onbekenden vielen elkaar om de hals. Winnen verbroedert. In 1988 was van Gennip onze ultieme ‘Booster’

dinsdag 25 januari 2022

Waar een wil is…

Naast alle ‘The Voice’ geweld in het nieuws van afgelopen week, gebeurde er ook iets leuks. ‘Onze’ Orla was namelijk te zien op nationale televisie.

Wie is Orla, zult u zich afvragen? Nou, in 2014 belde een meisje aan bij de voordeur. Of ze mocht komen werken in de gitaarwinkel, vroeg ze? Het was nog een echt jong meisje, klein ook, amper 1.50 groot, en 14 jaar oud. Maar ze had iets bijzonders dat me gelijk aansprak. Op mijn vraag, ‘waarom zou je bij ons willen werken?’, antwoorde ze zonder aarzeling, ‘ik wil gitaarbouwer worden’, waarop ik stamelde, ‘nou, dan ben je aan het juiste adres’ en kon niet anders dan haar direct aannemen. Orla Strijker heet ze. Later hoorde ik van een leraar aan het Vechtdal college dat hij exact dezelfde ervaring had als ik, een keigoede leraar trouwens, die het vuurtje verder aanwakkerde door samen met haar als leertraject een gitaar te bouwen.

Hoewel ze bij ons veel heeft geleerd, doen we enkel reparaties, geen gitaarbouw. En dat is nu net zo’n vak dat je niet op elke straathoek kunt leren. Door Orla in contact te brengen met Sergei de Jonge, die een befaamde gitaarbouwschool in Canada heeft kon ze de volgende stap nemen. Orla, familiemens in hart en nieren, nam de sprong in het diepe, verliet met pijn in het hart de familie om in Canada haar droom waar te maken. Nu is ze al weer even terug, en het meisje is een dame geworden. 21 is ze, een prachtige charismatische persoonlijkheid die puur op wilskracht en geloof in eigen kunnen haar droom heeft waargemaakt en in haar eigen werkplaats de meest fantastische akoestische gitaren bouwt.

Tegelijkertijd, een prachtig verhaal over de kracht van positief denken!

Rudi Bults